125000498 - D10 ENGINE IDLE IRREGULAR
De motor draait onregelmatig stationair; het toerental is vooral niet constant bij het wijzigen van de belasting (bijv. bij inschakelen van verbruikers)| Resultaten van de controles | ||||
| 0 | VOORBEREIDENDE CONTROLES | Alles OK | Gevonden problemen | Reparatie |
|---|---|---|---|---|
Controleer:
| Doorgaan met Stap 1 | Luchtinlaatcircuit defect | Herstel het luchtinlaatcircuit | |
| Luchtfilter verstopt | Vervang het filterelement Bew. Op. 1048A14 AIR CLEANER FILTERING ELEMENT - REPLACE. | |||
| 1 | CONTROLE MET DIAGNOSE-INSTRUMENT | Alles OK | Gevonden problemen | Reparatie |
| Sluit een diagnose-apparaat (Examiner of soortgelijk) aan op de diagnosestekker. Controleer:
| Doorgaan met Stap 2 | Fout in regeleenheid gevonden | Volg de aanwijzingen op het diagnose-apparaat op | |
| Parameters onwaarschijnlijk | Volg de aanwijzingen op het diagnose-apparaat op | |||
| Geen dialoog met regeleenheid | Herstel de verbinding tussen de inspuitregeleenheid en de diagnosestekker Zie See E5050 DIESEL ENGINES ELECTRONIC MANAGEMENT | |||
| Magneetklep werkt niet | Controleer de bedrading op onderbreking Zie See E5050 DIESEL ENGINES ELECTRONIC MANAGEMENTvervang zonodig de magneetklep Bew. Op. 1080C24 E.G.R. SYSTEM SOLENOID - R + R | |||
| 2 | BRANDSTOFFILTER CONTROLEREN | Alles OK | Gevonden problemen | Reparatie |
| Controleer de werking van het brandstoffilter | Doorgaan met Stap 3 | Water, benzine, paraffine of vuil aanwezig | Reinig de tank, de leidingen en vervang het brandstoffilterelement Bew. Op. 1044B20 FUEL FILTER FILTERING ELEMENT - REPLACE | |
| 3 | CILINDERCOMPRESSIE CONTROLEREN | Alles OK | Gevonden problemen | Reparatie |
| Controleer de compressie in de cilinders Bew. Op. 0510A10 CYLINDER COMPRESSION - CHECK FOR LOOSE SPARK PLUGS OR INJECTORS | Doorgaan met Stap 5 | Compressie te laag | Doorgaan met Stap 4 | |
| 4 | OORZAAK TE LAGE COMPRESSIE CONTROLEREN | Alles OK | Gevonden problemen | Reparatie |
| Voer uit: kop U.I. Bew. Op. 1016C10 SINGLE CYLINDER HEAD, REMOVED - OVERHAULom de kleppen op lekkage en de conditie van de cilinders/zuigerveren te controleren | Doorgaan met Stap 5 | Kleppen lek | Reviseer de cilinderkop Bew. Op. 1016E10 SINGLE CYLINDER HEAD, REMOVED - OVERHAUL | |
| 5 | CHECK ON CORRECT OPERATION | All OK | Problems met | Operation |
| Check that the fault is no longer present | End of diagnosis | Fault persists: control unit faulty | Replace engine management control unit Op. Op. 1060G80 DS ELECTRIC INJECTION CONTROL UNIT - R R | |
| Resultaten van de controles | ||||
| 0 | VOORBEREIDENDE CONTROLES | Alles OK | Gevonden problemen | Reparatie |
|---|---|---|---|---|
Controleer eerst:
| Doorgaan met Stap 1 | Luchtinlaatcircuit defect | Herstel het luchtinlaatcircuit | |
| Bougies overmatig ingebrand of niet van voorgeschreven type | Vervang de bougies Bew. Op. 5510D10 SPARK PLUGS - R+R | |||
| 1 | CONTROLE MET DIAGNOSE-INSTRUMENT | Alles OK | Gevonden problemen | Reparatie |
| Sluit een diagnose-apparaat (Examiner of soortgelijk) aan op de diagnosestekker. Controleer:
| Doorgaan met Stap 2 | Fout in regeleenheid gevonden | Volg de aanwijzingen op het diagnose-apparaat op | |
| Parameters niet waarschijnlijk | Analyseer de oorzaken van de afwijking. | |||
| 2 | BENZINEDAMP-OPVANGSYSTEEM CONTROLEREN | Alles OK | Gevonden problemen | Reparatie |
| Controleer de conditie en de afdichting van de slang tussen de benzinedampafsluitklep en het inlaatspruitstuk | Doorgaan met Stap 3 | Luchtlekkage | Herstel de afdichting | |
| Slang tussen magneetklep en spruitstuk beschadigd | Vervang de slang | |||
| 3 | BENZINEDAMP-AFSLUITKLEP CONTROLEREN | Alles OK | Gevonden problemen | Reparatie |
| Voer de actieve diagnose van de benzinedamp-afsluitklep uit; controleer of deze mechanisch de doorvoer opent en sluit. | Doorgaan met Stap 4 | Magneetklep werkt niet | Controleer de voeding en de massa van de benzinedamp-afsluitklep Zie See E5030 PETROL ENGINE ELECTRONIC MANAGEMENT | |
| Mechanisch geblokkeerd: magneetklep blijft open | Vervang de magneetklep Bew. 1072D44 | |||
| 4 | REMBEKRACHTIGER EN BIJBEHORENDE SLANG CONTROLEREN | Alles OK | Gevonden problemen | Reparatie |
| Controleer de conditie van de onderdrukslangen van de rembekrachtiger.Controleer de conditie van de terugslagklep en de rembekrachtiger | Doorgaan met Stap 5 | Slang van rembekrachtiger defect | Vervang de slang Bew. 3330D24 | |
| Rembekrachtiger defect | Vervang de rembekrachtiger/hoofdcilinder Bew. Op. 3330D02 BRAKE SERVO/BRAKE PUMP ASSEMBLY - R R | |||
| 5 | ELEKTROMAGNEET VAN NOKKENASVERSTELLER CONTROLEREN | Alles OK | Gevonden problemen | Reparatie |
| Voer de actieve diagnose van de elektromagneet voor de nokkenasversteller uit | Doorgaan met Stap 8 | Magneetklep werkt niet | Doorgaan met Stap 6 | |
| 6 | ELEKTRISCH CIRCUIT VAN NOKKENASVERSTELLER CONTROLEREN | Alles OK | Gevonden problemen | Reparatie |
| Controleer de voeding en de massa van de elektromagneet voor de nokkenasversteller Zie See E5030 PETROL ENGINE ELECTRONIC MANAGEMENT | Doorgaan met Stap 7 | Verbindingen defect | Herstel de verbindingen Zie See E5030 PETROL ENGINE ELECTRONIC MANAGEMENT | |
| 7 | NOKKENASVERSTELLER CONTROLEREN | Alles OK | Gevonden problemen | Reparatie |
| Controleer de werking van de nokkenasversteller door de elektromagneet rechtstreeks op een voedingsbron aan te sluitenEr moet een aanzienlijke wijziging in het motortoerental optreden (schommelingen of zeer onregelmatig stationair toerental) | Doorgaan met Stap 8 | Geen toerentalwijzigingen: nokkenasversteller geblokkeerd | Vervang de nokkenasversteller Bew. Op. 1036C40 TIMING VARIATOR ON INLET CAMSHAFT IN CYLINDER HEAD R + R WITH SHAFT REMOVED | |
| 8 | DISTRIBUTIETIMING CONTROLEREN | Alles OK | Gevonden problemen | Reparatie |
| Doorgaan met Stap 9 | Distributietiming niet correct | Herstel de distributietiming Bew. Op. 1032B10 TOOTHED TIMING BELT - R + R FOR TIMING ADJUSTMENT OR REPLACEMENT | ||
| 9 | INSPUITVENTIELEN CONTROLEREN | Alles OK | Gevonden problemen | Reparatie |
| Controleer de conditie van de inspuitventielen en let vooral of de opbrengst niet beperkt is | Doorgaan met Stap 10 | Elektro-inspuitventiel defect | Vervang de inspuitventielen Bew. 1056F70 | |
| 10 | CILINDERCOMPRESSIE CONTROLEREN | Alles OK | Gevonden problemen | Reparatie |
| Controleer de compressie in de cilinders Bew. Op. 0510A10 CYLINDER COMPRESSION - CHECK FOR LOOSE SPARK PLUGS OR INJECTORS | Doorgaan met Stap 12 | Compressie te laag | Doorgaan met Stap 11 | |
| 11 | OORZAAK VOOR TE LAGE COMPRESSIE CONTROLEREN | Alles OK | Gevonden problemen | Reparatie |
- Voer uit: kop U.I. [BEW_1016C10] om de kleppen op lekkage te controleren
| Doorgaan met Stap 12 | Kleppen lek | Reviseer de kop Bew. Op. 1016E10 SINGLE CYLINDER HEAD, REMOVED - OVERHAUL | |
| Cilinders/zuigerveren versleten | Herstel de afdichting | |||
| 12 | JUISTE WERKING CONTROLEREN | Alles OK | Gevonden problemen | Reparatie |
| Controleer of de storing niet meer optreedt | Einde diagnose | Storing blijft optreden: regeleenheid defect | Vervang de regeleenheid Bew. 1056F82 | |